Bestuurdersaansprakelijkheid bij een faillissementsaanvraag
19 - 01 - 2018
De houdbaarheidsdatum van een opdracht van de AvA
Voor het indienen van een eigen aangifte tot faillietverklaring van een BV is het (tenzij de statuten anders bepalen) noodzakelijk dat de aandeelhoudersvergadering (“AvA”) het bestuur hiervoor een opdracht geeft. Een eenmaal gegeven opdracht is echter niet onbeperkt houdbaar. Zo leerde een bestuurder van een helikopterbedrijf helaas te laat.
De AvA had de bestuurder in oktober een opdracht verstrekt tot het aanvragen van het faillissement van de BV. De bestuurder heeft hier pas eind december uitvoering aan gegeven, waarna het faillissement is uitgesproken. De curator heeft de bestuurder vervolgens aangesproken voor kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Hierbij was van belang dat in de periode tussen de AvA in oktober en de faillissementsaanvraag eind december een geldlening (EUR 75.000,-) was verstrekt in het kader van een herstructurering, twee AvA’s waren gehouden waar de faillissementsaangifte niet meer is besproken, activa waren verkocht voor EUR 20.000,- en met de opbrengst onder meer salaris van de bestuurder was voldaan. Bij de aangifte eind december had de bestuurder toegelicht dat de salarissen niet meer konden worden betaald.
Het gerechtshof Den Bosch oordeelt dat de in oktober gegeven opdracht aan de bestuurder zijn werking heeft verloren in december. Bij een dergelijk tijdsverloop en gewijzigde omstandigheden, ligt het op de weg van de bestuurder om in december opnieuw met de aandeelhouders te overleggen. Daarnaast is het van belang dat de bestuurder op de hoogte is van de laatste financiële stand van zaken bij de onderneming. Dit dient niet alleen bij het indienen van de faillissementsaanvraag te worden gecontroleerd, maar ook voor de mondelinge behandeling hiervan. De onzorgvuldige handelswijze van de bestuurder in kwestie komt hem duur te staan; hij is aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort in het faillissement.