Fiscaal recht

Box 3 een feestje?

De vermogensrendementheffing van box 3 staat al jaar en dag ter discussie. In het jaar 2022 wordt deze vooral ter discussie gesteld vanwege de lage effectieve belastingdruk en de hoge rendementen van vermogende particulieren. Voor veel mensen is box 3 op dit moment een feestje.

Dit geldt niet voor iedereen. In het verleden zijn enorme aantallen procedures gevoerd tegen de vermogensrendementheffing van box 3, waarbij vooral veel kritiek werd geuit op de wijze waarop (bijvoorbeeld) spaargeld belast werd. In dat kader zijn zogeheten ‘massaal-bezwaarprocedures’ opgezet voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020.

Nu heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 een arrest gewezen dat een enorme impact zal hebben op de toekomst van de vermogensrendementheffing van box 3 en voor veel discussies (en werk) in Den Haag zorgt.

Box 3

De huidige systematiek van de vermogensrendementheffing van box 3 gaat uit van een fictief rendement. Het vermogen van belastingplichtigen wordt vastgesteld en vervolgens gaat de wet ervan uit dat op dit vermogen een fictief rendement behaald wordt. Vervolgens wordt dit fictief behaalde rendement belast.

Deze systematiek is voordelig voor belastingplichtigen die een hoger rendement behalen dan het wettelijke fictieve rendement. Zij worden namelijk alleen belast voor dit fictieve rendement. Het daadwerkelijke rendement wat dit fictieve rendement overstijgt, wordt effectief niet belast.

De andere kant van de medaille is dat belastingplichtigen die minder rendement behalen dan het wettelijk vastgestelde fictieve rendement, wel voor dit hogere fictieve rendement belast worden. Met name belastingplichtigen die alleen spaargeld als vermogen hebben, worden vanwege de lage rentepercentages zwaarder belast. Dit is dan ook al meerdere jaren voer voor discussie over de systematiek van de vermogensrendementheffing van box 3.

De uitspraak van de Hoge Raad

In het verleden heeft de Hoge Raad al eens geoordeeld dat het fictieve rendement van de vermogensrendementheffing van box 3 in strijd is met het Europees recht. Meer specifiek: het artikel op grond waarvan iedere natuurlijke of rechtspersoon ongestoord dient te kunnen genieten van zijn eigendom. De Hoge Raad heeft dus toentertijd al geoordeeld dat de vermogensrendementheffing van box 3 in strijd was met het recht van eigendom van de Nederlandse belastingplichtigen.

In het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 werd eveneens geoordeeld dat de vermogensrendementheffing over de jaren 2017 en 2018 in strijd was het Europese eigendomsartikel. Waarom is dit arrest dan zo anders? In de voorgaande uitspraken van de Hoge Raad werd alleen geoordeeld dat de systematiek van de vermogensrendementheffing van box 3 in strijd was met het Europees recht. Vervolgens werd opgedragen aan de wetgever om dit probleem op te lossen. Tot op heden heeft de wetgever (het kabinet) dit probleem nog steeds niet concreet opgelost. Bij het arrest van 24 december 2021 was het geduld van de Hoge Raad op en biedt zij zelf rechtsherstel ten aanzien van het probleem. De Hoge Raad betrekt namelijk de daadwerkelijk behaalde rendementen in de vermogensrendementheffing van box 3 in plaats van de toepassing van de fictieve rendementen.

Wat nu?

Het arrest van de Hoge Raad is goed nieuws voor belastingplichtigen met, bijvoorbeeld, alleen maar spaargeld waarvan het daadwerkelijke rendement veel lager ligt dan het fictieve rendement. Met een beroep op het nieuwe arrest van de Hoge Raad dient namelijk het door hen daadwerkelijke bepaalde rendement belast te worden in plaats van het hogere fictieve rendement van de wet.

De Staatssecretaris (M. van Rij) heeft reeds aangekondigd dat de (massaal)bezwaren die zijn aangetekend tegen de aanslagen over de jaren 2017 en 2018 gegrond verklaard worden. Op dit moment wordt verder uitgezocht op welke wijze dit wordt afgewikkeld en wordt vormgegeven. Daarnaast dient het kabinet te beslissen of belastingplichtigen die geen (massaal)bezwaar hebben aangetekend nog gecompenseerd kunnen worden of op een andere wijze nog een beroep kunnen doen op het arrest van de Hoge Raad.

De Staatssecretaris heeft gezegd dat het ‘een lastige puzzel’ is. Voor nu is het dan ook wachten tot er weer nieuws uit Den Haag komt.

Indien u in de tussentijd vragen heeft omtrent het arrest van de Hoge Raad of in kaart wenst te brengen of het arrest ook op uw situatie van toepassing is, kunt u vrijblijvend contact opnemen met Mischa Lokhoff (lokhoff@bvdv.nl)

Mischa Lokhoff
Volg Mischa Lokhoff: