anti-ronselbeding Arbeidsrecht

Iedereen kent het rijtje beperkende bedingen wel die vaak in een arbeidsovereenkomst voorkomen; het non-concurrentiebeding, het relatiebeding, het geheimhoudingsbeding en het anti-ronselbeding komt er vaak vanzelf achteraan. Wat is eigenlijk een anti-ronselbeding en wanneer is een werknemer daaraan gebonden?

Wat is een anti-ronselbeding?

Een anti-ronselbeding houdt meestal in dat het een (ex-)werknemer verboden is om werknemers en/of ZZP’ers te bewegen om uit dienst te treden en elders te gaan werken. De (ex-)werknemer mag die personen niet ronselen. Soms wordt het ook wel een anti-aftroggelbeding genoemd.

De werking van een anti-ronselbeding strekt zich meestal uit tot na het einde van de arbeidsovereenkomst en op overtreding worden vergelijkbare boetes gezet als op overtreding van een non-concurrentiebeding en/of relatiebeding. Serieuze business dus.

Heeft werknemer het anti-ronselbeding overtreden?

Als de werkgever stelt dat het anti-ronselbeding is overtreden, dan is het aan de werkgever om dat te bewijzen. Of dat het geval is, hangt eerst af van de precieze afspraken. De tekst van het beding en de achterliggende bedoelingen zijn daarbij leidend.

Dat blijkt wel uit een uitspraak van de Kantonrechter Groningen uit 2016. DTG stelde dat een ex-werknemer het anti-ronselbeding had overtreden nadat een andere werknemer hem had gevolgd naar Catawiki. Volgens het anti-ronselbeding was het de ex-werknemer verboden om het initiatief te nemen om werknemers te laten vertrekken. Het bleek dat hij dat niet had gedaan. Toen zijn ex-collega informeerde naar mogelijke vacatures, is hij slechts doorverwezen naar een HR-medewerker. Bovendien was de werknemer niet betrokken bij de sollicitatieprocedure.

Wanneer is een anti-ronselbeding geldig?

In beginsel stelt de wet geen beperkingen aan een anti-ronselbeding. Werkgever en werknemer zijn helemaal vrij om daarover afspraken te maken. Dat is anders bij een non-concurrentie- en een relatiebeding. Daarover lees je meer in dit ARTIKEL. Volgens de wet is een beding een non-concurrentie-/relatiebeding als het de werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst beperkt om op een zekere wijze werkzaam te zijn.

Als een werknemer het anti-ronselbeding heeft overtreden, zijn dus al snel boetes verschuldigd, als die zijn afgesproken. Als de hoogte van de boete onredelijk is, kan een rechter die matigen.

Anti-ronselbeding is minder snel geldig bij recruiter

Het werk van een recruiter bestaat eruit dat hij werkzoekenden aan een baan helpt. Bij een recruiter kan een anti-ronselbeding daarom een beperking opleveren voor de wijze waarop hij werkzaam mag zijn na het einde van de arbeidsovereenkomst. Door een anti-ronselbeding kan die recruiter bijvoorbeeld zijn ex-collega’s niet meer bewegen om ‘over te stappen’.

Het Hof Den Bosch oordeelde recent dat in dat geval een anti-ronselbeding als een non-concurrentiebeding moet worden bestempeld. Dat betekent dat de wet beperkingen stelt. Zo is het aanzienlijk moeilijker om een geldig beding af te spreken in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De werkgever moet in dat geval zwaarwichtige bedrijfsbelangen hebben.

Vragen over het opnemen van een non-concurrentie-, relatie- of anti-ronselbeding, neem dan vrijblijvend contact met ons op.