Een schooldirecteur die namens de school ontucht pleegt klinkt wellicht vreemd, maar volgens de rechtbank kan het handelen van de voormalig bestuurder niet los van zijn bestuursfunctie worden gezien.
Dat ontucht met een minderjarige een strafbaar feit oplevert is bekend en dat slachtoffers in dit verband schadevergoeding kunnen vorderen van de dader ook. Onlangs heeft een curator (namens een failliete boedel) echter schadevergoeding gevorderd van een dader.
Najaar 2012 was de hiervoor genoemde dader bestuurder van een particuliere school en bijbehorend restaurant. Nadat hij is aangehouden en later (strafrechtelijk) is veroordeeld voor het plegen van ontucht met een minderjarige leerling, is de school tijdelijk gesloten door de onderwijsinspectie en eind december definitief gesloten. De enig overgebleven bestuurder heeft daarop het faillissement van de school en het restaurant aangevraagd.
Onbehoorlijke taakvervulling
Een curator controleert onder meer of een voormalig bestuurder zijn functie als bestuurder naar behoren heeft vervuld. De curator in kwestie stelt dat de ontucht van de voormalig bestuurder ertoe leidt dat dit niet het geval is geweest en de bestuurder aansprakelijk is tegenover de failliete boedel voor het gehele boedeltekort.
Toerekening
De bestuurder heeft zijn aansprakelijkheid proberen af te wenden. Hij vindt dat hij niet in zijn hoedanigheid van bestuurder (en dus namens de school) ontucht heeft gepleegd, maar als privépersoon. Bestuurders zijn namelijk alleen aansprakelijk jegens hun rechtspersoon als zij bij hun taakververvulling hebben gehandeld als bestuurder van die rechtspersoon. Het enkele feit dat iemand ook bestuurder is, brengt niet automatisch mee dat zijn handelingen in het kader van zijn bestuurstaak plaatsvinden. Een chirurg die lid is van een maatschap, zal bij het uitvoeren van een operatie niet als bestuurder handelen. Dit geldt ook voor de aannemer die een dakkapel bouwt en zijn bedrijf voert in een vennootschap onder firma. In dit licht heeft de schooldirecteur waarschijnlijk ook gedacht dat het plegen van ontucht niet kwalificeert als een bestuurshandeling.
Volgens de rechtbank was echter van belang dat de bestuurder initiatiefnemer en oprichter was van de school. Daarnaast was hij schooldirecteur en feitelijk de centrale leidinggevende figuur in de school. In die hoedanigheid is de bestuurder ook in contact gekomen met de minderjarige leerling en in de gelegenheid gekomen om ontucht te plegen met deze leerling in het schoolgebouw.
Gelet op deze feiten kan het plegen van ontucht de schooldirecteur ook in zijn hoedanigheid van bestuurder worden toegerekend en bestaat dus de mogelijkheid dat hij hiervoor ook jegens de failliete boedel aansprakelijk is. De rechtbank heeft vervolgens de overige eisen van de bestuurdersaansprakelijkheid doorlopen en hem veroordeeld tot betaling van het gehele boedeltekort.
Voor de hele uitspraak klikt u hier.