Vastgoed en huurrecht

Het benoemen van een deskundige kan bepalend zijn voor de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs. En dus heeft een verhuurder (bij een hogere huurprijs) of een huurder (bij een lagere huurprijs) hier groot financieel belang bij. Lees in mijn blog praktische spelregels voor de benoeming van een deskundige.

Huurprijswijziging en deskundige

Als verhuurder en huurder niet in goed overleg tot een nieuwe huurprijs komen, kan een procedure tot wijziging van de huurprijs worden gestart. Wel moeten partijen eerst een deskundigenadvies hebben verkregen. Zonder deskundigenadvies is een verzoek tot vaststelling van de huurprijs niet-ontvankelijk. Als partijen echter zelf geen overeenstemming bereiken over de te benoemen deskundige, kan een partij bij de kantonrechter benoeming van een deskundige vragen.

Het spel rondom de deskundige

Partijen spelen wel eens een (hoog) spel rondom de benoeming van een deskundige. Waarom? Omdat de datum van indiening van een verzoek tot benoeming van een deskundige bij de rechtbank, kan gelden als ingangsdatum voor de nieuwe huurprijs. Kortom, bij een (verwachte) hogere huurprijs heeft de verhuurder belang bij een snelle benoeming en de huurder belang bij het ‘rekken’ van dit proces. Bij een (verwachte) lagere huurprijs geldt uiteraard het tegenovergestelde.

De eisen aan het overleg

De Hoge Raad heeft in 2013 geoordeeld dat tussen partijen overleg moet hebben plaatsgehad over de te benoemen deskundige. Heeft dit overleg niet (voldoende) plaatsgehad, dan is het verzoek tot benoeming van de deskundige niet-ontvankelijk. Maar aan dit overleg zijn geen hoge eisen te stellen: er moet serieus en zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of voorstellen worden ingegaan. Worden partijen het niet binnen redelijke tijd eens of blijft serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan pas kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt.

Voldoende overleg gehad?

Een verhuurder wilde de huurprijs van de HEMA in Rotterdam Alexandrium verhoogd zien. De verhuurder doet in september 2017 een voorstel, er volgt een bespreking en verhuurder herhaalt zijn voorstel. HEMA wijst de voorstellen af, maar deelt mee dat het overleg wat haar betreft nog niet is beëindigd. Verhuurder zet het overleg dus maar voort en HEMA stelt een adviseur aan. Verhuurder bericht begin 2018 niet akkoord te zijn met die adviseur als deskundige, en dient kort daarna het verzoek bij de rechtbank in tot benoeming van een onafhankelijke deskundige.

De kantonrechter Rotterdam oordeelt bij beschikking van 26 april 2018 dat uit de correspondentie niet volgt dat voldoende overleg is gevoerd. Het serieuze overleg zou (te) abrupt afgebroken zijn, en dus is de verhuurder volgens de kantonrechter niet-ontvankelijk in zijn verzoek. En daarmee staat de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs dus nog niet vast…

Voor meer informatie over benoeming van een deskundige voor huurprijzen, neem contact op met Guy de Wijkerslooth.