Arbeidsrecht

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. De mens in zijn algemeenheid, en dus ook werknemers, zijn niet onfeilbaar. Bij tijd en wijlen maken werknemers dus fouten en die fouten kunnen tot schade leiden voor de werkgever of zelfs voor derden. Derden die schade lijden door een fout van de werknemer, kunnen bij de werkgever aankloppen. Kan de werknemer voor die schade van derden en de eigen schade van de werkgever aangesproken worden en zo ja, onder welke voorwaarden?

Werknemer wordt beschermd in de verhouding tot werkgever

Ten opzichte van de werkgever, wordt de werknemer aanzienlijk beschermd. Het is dus niet zo gemakkelijk voor de werkgever om schade op de werknemer te verhalen. De werknemer is niet aansprakelijk, behalve als de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Daar is overigens niet snel sprake van. De opzet moet zijn gericht op het toebrengen van schade aan de werkgever (of de derde) en bewuste roekeloosheid wordt op één lijn gesteld met een ernstig verwijt.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. De vraag is wanneer de werknemer is aan te spreken voor die schade.

Afwijking is mogelijk

Het is mogelijk om van deze wettelijke risicoverdeling af te wijken. Dat moet wel in een schriftelijke overeenkomst worden vastgelegd, bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst én de werknemer moet verzekerd zijn voor de schade. Met name het vereiste dat de werknemer verzekerd moet zijn, levert in de praktijk problemen op.

Werkgever moet opzet of bewuste roekeloosheid bewijzen

De grootste hobbel die de werkgever moet nemen, is de bewijslast dat de schade het gevolg is van opzet of bewust roekeloos gedrag van de werknemer. De jurisprudentie laat zien dat de werknemer in veel gevallen wel enig verwijt kan worden gemaakt, maar geen ernstig verwijt, laat staan opzet. De werknemer moet zich net voordat hij de schade toebrengt bewust zijn van het roekeloze karakter van het gedrag.

Enkele voorbeelden:

  • Een medewerker van de Waterleiding Maatschappij Limburg was aansprakelijk nadat hij 21 percelen grond tegen een (te) lage prijs had verkocht, nadat de arbeidsovereenkomst eerder wel zonder ontslagvergoeding was ontbonden. De werknemer hoefde er niet bewust van te zijn dat de werkelijke waarde lager lag dan de verkoopprijs en een persoonlijk voordeel kon niet bewezen worden;
  • Nadat een schoonmaakmedewerkster te horen krijgt dat zij moet starten met re-integratie, barst zij uit in een geweldsexplosie. Tafels en stoelen vliegen door de kamer, terwijl zij schreeuwt. Een ontslag op staande voet volgt én een vergoeding voor de schade aan de muur en het meubilair;
  • Een bestelkoerier veroorzaakt schade tijdens het werk, nadat hij eerder een verkeersbord (inrijverbod) en wegafzetting negeert. Uit dat gedrag blijkt dat de koerier zich bewust moest zijn geweest van zijn roekeloze gedrag. De rekening bedraagt € 4.000,-;
  • Bij colportagewerkzaamheden loopt een gesprek uit de hand. De werknemer deelt in een opstootje een vuistslag uit en wordt terecht op staande voet ontslagen. Van opzet (een vooropgezet plan om schade toe te brengen) of bewuste roekeloosheid (voorafgaand aan de stomp daadwerkelijke bewustheid van het roekeloze karakter van de gedraging) was geen sprake;
  • Een bedrijfsleider wordt aansprakelijk gehouden nadat de werkgever kan bewijzen dat hij valse facturen opmaakte en liet betalen en daarmee onder één hoedje samenwerkte. De werknemer moet een flinke schadevergoeding van ruim € 300.000,- betalen.

De opzet moet zijn gericht op het toebrengen van schade aan de werkgever en bewuste roekeloosheid wordt op één lijn gesteld met een ernstig verwijt.

Schade toegebracht tijdens het werk

De werknemer wordt alleen beschermd als het gaat om schade die ‘in de uitoefening van het werk’ is toegebracht. Als de werknemer in zijn vrije tijd de ruiten van het kantoor van de werkgever ingooit, dan kan die schade natuurlijk gewoon verhaald worden. Bij schade aan bedrijfsauto’s kan het een groot verschil opleveren of de schade tijdens een werkrit of privérit is veroorzaakt. Een discussie waar in de praktijk overigens vrij gemakkelijk overheen wordt gestapt, terwijl dat juist een mogelijkheid biedt om meer schade te verhalen op de werknemer als het buiten het werk is ontstaan.

Verkeersboetes

Speciaal over verkeersboetes is er een bijzonder uitspraak van de Hoge Raad. Administratieve boetes die worden opgelegd voor verkeersovertredingen (WAHV), kunnen in elk geval op de werknemer verhaald worden. Dat ziet bijvoorbeeld op snelheidsovertredingen en parkeerboetes. In die gevallen hoeft de werkgever dus niet te bewijzen dat de boetes is opgelegd door opzettelijk of bewust roekeloos gedrag. Let op, dit geldt niet voor alle boetes. Bij een boete opgelegd wegens overtreding van de Rij- en Rusttijdenregeling oordeelde de rechter dat deze uitzondering niet van toepassing was. De werkgever moest de boete van € 2.800,- zelf dragen.

Heb je na het lezen van dit artikel toch nog vragen over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Daniël Maats - arbeidsrechtadvocaat
Daniël Maats

Wat is jouw droomscenario?

Volg Daniël Maats: