Doorstart na faillissement Arbeidsrecht

Geen overgang van onderneming bij pre-pack?

Een doorstart door middel van een pre-pack is al enkele jaren flink in zwang. Bij een pre-pack wordt de doorstart voorbereid met behulp van een door de rechtbank aangewezen ‘beoogd curator’. Als de deal klaar ligt om getekend te worden, wordt het faillissement uitgesproken en wordt snel doorgestart. De pre-pack had nog geen wettelijke basis, maar werd door de meeste rechtbanken al wel toegestaan. Met de Wet Continuïteit Ondernemingen I (WCO I) zou die wettelijke basis worden gegeven, maar de wet is nu blijven steken bij de Eerste Kamer.

Het voordeel van de pre-pack leek te zijn dat een doorstart in stilte voorbereid kon worden en dat door het faillissement niet alle werknemers, met alle rechten en plichten, overgenomen hoefden te worden.

De vakbonden verzetten zich tegen die handelwijze, omdat de werknemers tekort zouden worden gedaan. Bij een doorstart na een faillissement, is de regeling omtrent een overgang van onderneming namelijk niet van toepassing. De vakbonden stellen dat de overgang eigenlijk al vóór het faillissement is beklonken. Daarnaast stellen ze dat de OVO-regeling wel van toepassing is, omdat de curator zich bezig houdt met voortzetting van de onderneming en niet op liquidatie daarvan.

Hof van Justitie EU oordeelt anders: OVO-richtlijn is van toepassing

De FNV is voor deze zaak helemaal tot aan de hoogte Europese rechter doorgegaan. Omdat het gaat om toepassing van de Europese Richtlijn over de overgang van onderneming, kon het Hof van Justitie EU hierover om een oordeel gevraagd worden. Het Hof heeft vandaag besloten dat de richtlijn wel degelijk van toepassing is op een doorstart door middel van een prepack.

Onder deze omstandigheden en onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter, moet worden vastgesteld dat een dergelijke transactie uiteindelijk niet de liquidatie van de onderneming beoogt, zodat het economische en sociale doel daarvan noch kan verklaren noch kan rechtvaardigen dat bij een volledige of gedeeltelijke overgang van de betrokken onderneming, haar werknemers worden beroofd van de rechten die richtlijn 2001/23 hun toekent

Dat betekent dat de bijzondere omstandigheden waaronder een doorstart via een prepack plaatsvindt, geen uitzondering rechtvaardigen op de bescherming van werknemers, in het bijzonder de bescherming door de overgang van ondernemingsregels. Het Hof komt tot de conclusie:

Gelet op de voorgaande overwegingen, moet op de eerste tot en met de derde prejudiciële vraag worden geantwoord dat richtlijn 2001/23, en met name artikel 5, lid 1, ervan, aldus moet worden uitgelegd dat de door de artikelen 3 en 4 van die richtlijn gegarandeerde bescherming van werknemers behouden blijft in een situatie zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarin de overgang van een onderneming plaatsvindt na een faillietverklaring in de context van een vóór de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack, in het kader waarvan een door een rechtbank aangestelde „beoogd curator” met name de mogelijkheden onderzoekt van een eventuele voortzetting van de activiteiten van die onderneming door een derde en zich voorbereidt op handelingen die onmiddellijk na de faillietverklaring moeten worden verricht teneinde die voortzetting te verwezenlijken. In dat verband is niet relevant dat de pre-pack tevens de maximalisatie van de opbrengst van de overdracht voor alle schuldeisers van die onderneming beoogt.

Meer weten over werknemersrechten na een doorstart via faillissement? In dit artikel lees je waar je rekening mee moet houden.

Daniël Maats - arbeidsrechtadvocaat
Daniël Maats

Wat is jouw droomscenario?

Volg Daniël Maats: