Cameratoezicht op de werkvloer; mag dat onder de AVG?
04 - 04 - 2018 • Daniël Maats
George Orwell voorspelde het al in zijn wereldberoemde boek ‘1984’, de hele wereld hangt vol met camera’s. Ook op de werkvloer hebben camera’s al lang geleden hun intrede gedaan. Waar vroeger niet heel moeilijk werd gedaan over cameratoezicht op werknemers, zijn de laatste jaren steeds meer regels ingevoerd om de privacy te beschermen. De Autoriteit Persoonsgegevens publiceerde op 28 januari 2016, de dag van de Privacy de ‘Beleidsregels cameratoezicht’. Inmiddels is de Algemene verordening gegevensbescherming aanstaande met ingang van 25 mei 2018. De beleidsregels komen dan waarschijnlijk te vervallen, maar de AVG kent geen grote wijzigingen op dit punt.
Ik heb de belangrijkste arbeidsrechtelijke aspecten van cameratoezicht op een rij gezet. Na het lezen van dit artikel ben je voor wat betreft het cameratoezicht voorbereid op de AVG.
Wat zegt de wet?
Arbeidsrecht en strafrecht over cameratoezicht
In het individuele arbeidsrecht is niets geregeld als het gaat om cameratoezicht. Als binnen de onderneming een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is ingesteld, dan moet een algemene regeling waarin cameratoezicht mogelijk wordt gemaakt eerst worden voorgelegd. Art. 27 WOR bepaalt dat zo’n regeling alleen met instemming van de ondernemingsraad mag worden ingesteld.
Is er eenmaal een regeling vastgesteld, dan moet je je als ondernemer daar ook aan houden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant over de openbaar vervoerder Hermes. Omdat Hermes de camerabeelden te vaak gebruikte om werknemers in de gaten te houden, overtrad zij de door de ondernemingsraad eerder goedgekeurde regeling. De rechtbank verbood Hermes om nog langer gebruik te maken van de camerabeelden als er geen redelijk vermoeden van een misdrijf of betrokkenheid daarbij was.
In het strafrecht en in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn duidelijkere regels gesteld over cameratoezicht. Heimelijk filmen op niet-openbare plaatsen is strafbaar op grond van art. 139f Sr. Het filmen of in het bezit hebben van dergelijke camerabeelden kan een maximale gevangenisstraf van 6 maanden opleveren.
Algemene verordening gegevensbescherming over cameratoezicht
Bij cameratoezicht worden bijzondere persoonsgegevens verwerkt. Op het beeld is namelijk iets te zien over ras of etnische achtergrond. De AVG is dan extra streng. Het is in beginsel verboden om bijzondere persoonsgegevens te verwerken. Cameratoezicht mag dus alleen als daar een legitiem doel voor is, er een rechtmatige grondslag is om dat doel te kunnen bereiken, de gegevens beveiligd zijn en niet langer dan noodzakelijk worden bewaard.
Toestemming van de werknemer is in principe nooit een reden om persoonsgegevens te mogen verwerken. Een werknemer kan zijn toestemming niet vrijelijk geven, omdat hij afhankelijk is van de werkgever. In veel gevallen worden camera’s gebruikt vanuit veiligheidsoogpunt en om fraude te voorkomen. De plaats van de camera’s moet zo min mogelijk inbreuk op de privacy opleveren en passen bij het gestelde doel.
Wil een werkgever camera’s plaatsen op de werkvloer, dan moeten de werknemers daar vooraf over geïnformeerd worden. Dat kan bijvoorbeeld in een personeelsreglement of personeelshandboek of in een brief.
Alleen in bijzondere omstandigheden mag een werkgever geheime camera’s ophangen en van die informatieplicht afzien, bijvoorbeeld als er een concreet vermoeden op onregelmatigheden is, dat niet anders opgehelderd kan worden. De verborgen camera’s mogen niet breed en preventief worden ingezet en een algemene melding van cameratoezicht moet gedaan zijn, niet waar de camera’s precies hangen. Achteraf moeten de gefilmde werknemers alsnog geïnformeerd worden.
Sinds de invoering van de AVG hoeft er geen meldingen van verborgen cameratoezicht meer gedaan te worden. In veel gevallen moet er wel een gegevensbeschermingseffectbeoordeling worden gedaan, omdat het gaat om persoonsgegevens met een hoog risico.
Als je een verborgen camera wil plaatsen, dan hoef je dus niet altijd vooraf de werknemers te informeren. Dan moet de werknemer wel op de hoogte zijn dat er mogelijk geheime camera’s worden opgehangen en achteraf alsnog geïnformeerd worden.
Praktijk
Camera’s op de werkplek meestal toegestaan
Op basis van het wettelijk kader zou je kunnen denken dat je als werkgever (bijna) niets hebt aan camerabeelden waarop de werknemer zich misdraagt. De praktijk is echter vaak anders. In 2001 heeft de Hoge Raad zich voor het eerst uitgelaten over het gebruik van camerabeelden in een arbeidszaak. Wennekes Lederwaren gebruikte camerabeelden om het ontslag op staande voet van een kassamedewerker te onderbouwen. De Hoge Raad erkent in dat arrest het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM) van de werknemer, maar stond de inbreuk daarop in dat geval toe. Er was een concreet vermoeden, ook al was dat vermoeden tegen een andere werknemer gericht, zodat Wennekes in dat geval een verborgen camera mocht plaatsen.
Vragen over privacy op de werkplek? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Waar de Hoge Raad een afweging maakte tussen het belang van de werknemer op bescherming van zijn privacy en de belangen van de werkgever, resulteert het in de rechtspraak sindsdien vrijwel altijd in toelating tot het bewijs. De gedachte is dat waarheidsvinding een belangrijk streven in civiele zaken en uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs daar een streep door kan zetten. Die lijn in de jurisprudentie werd in 2014 door de Hoge Raad bevestigd. In die zaak oordeelde de Hoge Raad dat bewijsuitsluiting alleen onder bijzondere omstandigheden mogelijk is. Uitgangspunt is dat het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, zwaarder weegt dan bewijsuitsluiting. De werkgever loopt mogelijk wel het risico dat de werknemer schadevergoeding kan eisen bij onrechtmatig verkregen bewijs en wel direct in een ontbindingsprocedure via art. 7:686a BW.
Uitgangspunt is dat het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, zwaarder weegt dan bewijsuitsluiting.
Camera’s in de vrachtwagencabine
Overigens betekent dat niet dat een werkgever dan altijd ongestraft zijn gang kan gaan. Transportbedrijf De Rooy werd kort geleden nog op de vingers getikt. Zij had een systeem geplaatst met twee camera’s in de cabine van haar vrachtwagens. Bijzonderheden worden vastgelegd en getoond ter lering ende vermaak in de kantine. De Autoriteit Persoonsgegevens stak daar een stokje voor, waarna De Rooy op haar schreden terugkeerde en stopte met het cameratoezicht.
Ruzie over verborgen camera’s leidt tot hoge ontslagvergoeding
Een ander opvallend voorbeeld van hoe het mis kan gaan, is een ontbindingsuitspraak van de Kantonrechter Leeuwarden. Er ontstaat een verstoorde arbeidsverhouding, mede omdat de werknemers erachter komen dat er verborgen camera’s zijn opgesteld. De kantonrechter verwijt de werkgever onder andere dat hij zich niet aan de Wbp heeft gehouden en dat er geen instemming van de ondernemingsraad was. Er was zelfs helemaal geen ondernemingsraad, maar de werkgever wordt ook verweten onvoldoende gedaan te hebben om die in te stellen. Daarnaast heeft de werkgever in de ogen van de kantonrechter nog meer misdaan. Dat leidt ertoe dat de werknemer een billijke vergoeding krijgt van € 48.000, driemaal de transitievergoeding!
Tips
- Ga na voor welk doel camera’s worden opgehangen en leg dat vast in het privacybeleid;
- Gebruik je camera’s die ook op werknemers gericht staan, zorg dat je instemming hebt van de ondernemingsraad en informeer de werknemers schriftelijk dat er cameratoezicht is. Je kan dat in een huishoudelijk reglement opnemen, waarvoor je de werknemer laat tekenen;
- Neem in het reglement ook op dat er verborgen camera’s kunnen worden opgehangen, als er concrete verdenkingen zijn;
- Ook door middel van duidelijke borden kan de werknemer (en de klant) geïnformeerd worden dat er algemeen cameratoezicht plaatsvindt op de werkplek;
- Heb je camerabeelden en twijfel je of die ‘rechtmatig’ zijn verkregen, gebruik die beelden dan toch. Dat bewijs zal vrijwel nooit door de civiele rechter uitgesloten worden;
- Beelden mogen meestal niet langer dan 4 weken bewaard worden, behalve als daar een grondslag voor is. Dat kan het geval zijn als een werknemer heeft gestolen en de beelden in een procedure gebruikt worden.