Directeur persoonlijk aansprakelijk voor vorderingen op werkgever
08 - 09 - 2021 • Daniël Maats

Als statutair bestuurder sta je aan het roer van de onderneming. Jij bepaalt de koers en moet soms moeilijke keuzes maken. Als het mis gaat, verlaat jij als laatste het zinkende schip. Maar, wat nu als het echt mis gaat? Ben jij dan ook persoonlijk aan te spreken voor vorderingen van derden, zoals werknemers? Ja, in sommige gevallen wel degelijk! In dit artikel leg ik uit wanneer dat het geval is.
Werknemer heeft loonvordering
In deze zaak heeft een werknemer een loonvordering. De werknemer was een jaar in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Na afloop heeft de werknemer via de rechter een loonvordering ingesteld. De werknemer kreeg gelijk en had nog ruim € 20.000,- tegoed. De werkgever wordt aangeschreven, maar de directeur laat weten dat er geen centen zijn. De onderneming zou al lange tijd niet meer winstgevend zijn en de NOW-gelden mochten niet gebruikt worden om de werknemer te betalen. Die werknemer laat het er niet bij zitten.
De directeur is persoonlijk aansprakelijk voor vorderingen van derden als hem een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken.
Persoonlijk ernstig verwijt
Om de directeur die ook statutair bestuurder van de onderneming is persoonlijk aansprakelijk te kunnen houden voor een loonvordering, moet er sprake zijn van een bijzondere situatie. De directeur moet een persoonlijk ernstig verwijt kunnen worden gemaakt. Daarvoor moet de derde de directeur kunnen verwijten dat hij in naam van de vennootschap verplichtingen ten opzichte van de derde is aangegaan terwijl hij wist of had moeten weten dat de onderneming die niet kon nakomen én geen verhaal zou bieden voor de door de derde te lijden schade. Dat is de door de Hoge Raad ontwikkelde Beklamel-norm.
Betalingsonmacht niet bewezen
In deze zaak stelde de directeur dat er sprake was van betalingsonmacht. Dat kon echter niet worden onderbouwd. Het was namelijk niet gemeld bij de Belastingdienst. De werknemer wees erop dat andere werknemers en de Belastingdienst wel waren betaald, zodat sprake was van willekeurige betalingen. De directeur kon dat niet ontkrachten, de simpele ontkenning was niet voldoende in dit geval. De stelling dat de onderneming er financieel slecht voor staat, zo slecht dat niet betaald kon worden, werd niet onderbouwd met jaarstukken.
Al met al concludeert de kantonrechter dat de directeur zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat hem een persoonlijk ernstig verwijt valt te treffen. Hij moet de volledige loonvordering met verhogingen en rente vergoeden aan de werknemer.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Het komt in de praktijk veel vaker voor dat de directeur/bestuurder persoonlijk wordt aangesproken als de onderneming geen verhaal meer biedt. Bedrijfstakpensioenfondsen hebben daar een speciale wettelijke bevoegdheid voor, zoals je in deze uitspraak kan lezen. Ook in andere gevallen kan de directeur/bestuurder worden aangesproken, zoals in het geval de premies voor de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering niet zijn betaald. De weduwe van een werknemer die door een bedrijfsongeval om het leven is gekomen, kan daardoor de directeur/bestuurder persoonlijk aansprakelijk houden voor de schade doordat de verzekering niet dekt.