Arbeidsrecht

De WWZ zorgde ervoor dat de lang verguisde en geliefde Kantonrechtersformule werd afgeschaft en is vervangen door een vaste formule; de transitievergoeding. Alle werknemers kregen dezelfde vergoeding, het zou klaar zijn met ongelijkheid. Het systeem zou eerlijker, goedkoper en sneller worden. Voor bijzondere gevallen bedacht de minister een bijzondere regeling. Bij ernstig verwijtbaar gedrag lonkt de billijke vergoeding, maar daarvoor is geen nieuwe formule, want dat is niet de bedoeling.

Hoe billijk is de vergoeding?

In de eerste maanden na de aftrap van de WWZ werden vrij weinig billijke vergoedingen toegekend door kantonrechters en de hoogte van de vergoedingen varieerde ook nog eens sterk. Kantonrechters moesten nog erg wennen aan het rigide systeem, terwijl vroeger maatwerk kon worden geleverd. Soms werd de billijke vergoeding gerelateerd aan de hoogte van de transitievergoeding en in andere gevallen werd zonder duidelijkheid een bedrag toegewezen. Om de billijke vergoeding te krijgen, moest je ook door een ‘muizengaatje‘, aldus de minister tijdens de parlementaire behandeling van de WWZ.

Sinds eind 2015 nam het aantal billijke vergoedingen toe. Bovendien leek het er ook op dat de bedragen gestaag hoger werden. Vooral bij werkgevers die (op het oog) opzettelijk een verstoorde arbeidsverhouding veroorzaken, zijn kantonrechters geneigd om fikse vergoedingen toe te kennen, in sommige gevallen zelfs tot meer dan het dubbele van de transitievergoeding.

Volgens de wetsgeschiedenis mag de hoogte van de billijke vergoeding geen verband houden met de gevolgen van het ontslag, dat moet immers door de transitievergoeding gedekt zijn. De hoogte van de van de billijke vergoeding moet verband houden met de ernst van de verwijtbaarheid van de gedragingen, maar mag niet in een algemene formule worden gevat.

In dit artikel lees je alles over de huidige stand van zaken rondom de billijke vergoeding.

De kantonrechter in Amsterdam geeft houvast?

Recent heeft de kantonrechter in Amsterdam toch weer de Kantonrechtersformule van stal gehaald. Het draaide om een zaak waarin de werkgever een afwijzing van het UWV had ontvangen. Het UWV kon zich niet vinden in de gestelde bedrijfseconomische redenen. In plaats van de werknemer weer aan het werk te laten, zette de werkgever een andere tactiek in. De werknemer werd achter een leeg bureau gezet, waar de telefoon nooit over ging en kreeg geen werk opgedragen. Daarmee werd een onwerkbare situatie gecreëerd, terwijl een arbeidsrelatie vruchtbaar moet zijn. Is dat niet meer het geval, dan mag de werknemer daar niet de dupe van worden.

De kantonrechter oordeelt dat niet ontbonden kan worden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, omdat die verstoring eenzijdig en alleen door de werkgever werd ervaren. Toch wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden op de h-grond, de restgrond. De werknemer zou anders gevangen blijven in een ongewenste situatie.

Dat de werkgever zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen, blijkt duidelijk uit de overwegingen van de kantonrechter.

Maar hoe hoog moet de billijke vergoeding dan zijn?

Dan komt een bijzondere overweging van de kantonrechter: “De in de Parlementaire Geschiedenis genoemde maatstaf, de ernst van het verwijtbaar handelen, is onbruikbaar. De ernst van het gemaakte verwijt is alleen een bruikbare maatstaf als het erom gaat te bepalen welk deel van de ontstane schade als gevolg van verwijtbaar handelen de veroorzaker moet betalen. De omvang van de schade is niet vast te stellen op basis van de mate van de ernst van het verwijtbaar handelen van de werkgever.

Bij het bepalen van de billijke vergoeding zou wel degelijk rekening moeten worden gehouden met de te missen inkomsten, in combinatie met de ernst van de verwijten, mede rekening houdende met de arbeidsmarktpositie van de werknemer.

Een en ander leidt tot de conclusie dat in geval een billijke vergoeding aan de orde is in beginsel de maatstaven bruikbaar zijn die zijn ontwikkeld om vergoedingen te berekenen welke voorheen op de voet van artikel 7 : 685 BW lid 8 (oud) werden toegekend.

Waar nodig dient een correctie te worden toegepast voor te hoge of te lage uitkomsten, maar de vergoeding op basis van de Kantonrechtersformule (met een C-factor 1) lijkt weer terug van weggeweest. Via het muizengaatje kan de werknemer toch een vergoeding krijgen op basis van de Kantonrechtersformule. De vraag is natuurlijk of deze kantonrechter alleen staat of dat hij slechts de eerste is van velen die volgen. Het zou in ieder geval meer houvast geven voor wat betreft de hoogte van de billijke vergoedingen. 

Zit je met vragen over een ontslagvergoedingen of heb je hulp nodig, neem dan vrijblijvend contact met mij op.

Daniël Maats - arbeidsrechtadvocaat
Daniël Maats

Wat is jouw droomscenario?

Volg Daniël Maats: