Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: brede due diligence-wetgeving tegen slavernij, uitbuiting en milieuschade?
25 - 09 - 2020 • Sjoerd van der Velden
Inleiding
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (‘MVO’). Niet uitsluitend overheden dienen schendingen van mensenrechten en milieuschade te voorkomen, ook of wellicht zelfs met name ondernemingen hebben daarbij een rol.
Nationale en internationale wetgeving zou MVO kunnen bevorderen en afdwingen. Wetgeving kan zorgen voor meer transparantie alsook meer ketenverantwoordelijkheid.
B Corp, BVm, Responsible Corporate Citizenship en Finance for Biodiversity Pledge
Er worden vele initiatieven gelanceerd. Denk aan de internationale en ook in Nederland bestaande B Corp certificering en in Nederland voorgestelde nieuwe juridische vormen zoals de BVm. Verder deden dit jaar 25 hoogleraren ondernemingsrecht een duit in het zakje met een pleidooi voor de introductie van responsible corporate citizenship in de wettelijke taakopdracht van bestuurders en commissarissen.
Een op 25 september 2020 vanuit Nederland gecoördineerd initiatief komt van een groep van 26 merendeels Nederlandse financiële instellingen, die zich sterk maakt voor biodiversiteitsherstel. Deze groep roept andere financiële instellingen wereldwijd op om zich daarbij aan te sluiten, onder meer via de Finance for Biodiversity Pledge, en over te gaan tot concrete actie. Ook de Nederlandse bank publiceerde deze zomer een rapport over dit onderwerp, met conclusie dat de financiële sector risico’s loopt als gevolg van biodiversiteitsverlies.
Internationaal bestaan er verschillende kaders die beogen schendingen van vorenbedoelde fundamentele rechten te voorkomen. De OECD Guidelines for Multinational Enterprises (‘OESO-richtlijnen’) en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (‘UN Guiding Principles’) zijn daarbij leidend.
UN Guiding Principles, OESO-richtlijnen en IMVO-convenanten
Vrijwilligheid vervangen door wettelijke regels
Het is echter de vraag of regelingen op basis van vrijwilligheid voldoende soelaas bieden. In het laatste kwartaal van dit jaar zal een evaluatie van de IMVO-convenantenaanpak gereed zijn, die mogelijk een duidelijk beeld geeft van de effectiviteit van IMVO-convenanten. Duidelijk is al wel dat diverse sectorconvenanten niet (volledig) aansluiten bij de OESO-richtlijnen.
Is het inmiddels niet de hoogste tijd voor nationale en internationale wetgeving die MVO bevordert en afdwingt?
Initiatiefnota ‘Tegen slavernij en uitbuiting – een wettelijke ondergrens voor verantwoord ondernemen’
Op 17 juni 2020 hebben ChristenUnie, PvdA, SP en GroenLinks een Initiatiefnota bij de Tweede Kamer ingediend ‘Tegen slavernij en uitbuiting – een wettelijke ondergrens voor verantwoord ondernemen’.
Nederlandse bedrijven die internationaal opereren kunnen een belangrijke rol kunnen spelen
In de Initiatiefnota wordt geconstateerd dat Nederlandse bedrijven die internationaal opereren een belangrijke rol kunnen spelen bij bevordering van van duurzame ontwikkeling wereldwijd. Tegenover bijvoorbeeld het creëren van werkgelegenheid kan evenwel ook sprake zijn van negatieve effecten, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten en milieu. Denk aan moderne vormen van slavernij, kinderarbeid en milieuschade bij winning van grondstoffen.
Due diligence op het gebied van mensenrechten en milieu
De OESO-richtlijnen voor multinationals stellen het begrip due diligence (in het Nederlands vertaald: gepaste zorgvuldigheid) centraal, zowel op het gebied van mensenrechten als milieu. Hierbij staan niet de risico’s van de onderneming zelf centraal, maar die van stakeholders zoals werknemers en lokale gemeenschappen. Deze richtlijnen zijn uitgangspunt voor het Nederlandse beleid ten aanzien van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (‘IMVO’).
Implementatie van de OESO-richtlijnen laat evenwel te wensen over, aldus de Initiatiefnota. Deze richtlijnen zijn tot nu toe niet tot leidraad gemaakt van het handelen van alle bedrijven in alle relevante sectoren. Reden waarom in de nota andere wegen worden verkend ter bevordering van IMVO en vervolgens een brede due diligence-wet wordt bepleit.
Doel
Multinationals lopen het risico bij mensenrechtenschendingen betrokken te raken en milieuschade te veroorzaken. De ondernemingen zouden evenwel een positieve bijdrage kunnen leveren aan niet alleen economische vooruitgang, maar ook sociale en ecologische vooruitgang. Althans, negatieve effecten zouden dienen te worden geminimaliseerd.
Het doel van de Initiatiefnota is tot een ondergrens te komen voor IMVO
Het doel van de indieners van de Initiatiefnota is tot een ondergrens te komen, een norm die dient voor IMVO. Met een brede due diligence-wet kunnen schendingen van mensenrechten en negatieve gevolgen voor het milieu als gevolg van handelen van ondernemingen worden voorkomen of beperkt, aldus de nota.
Wettelijke due diligence verplichting
De initiatiefnemers bepleiten brede due diligence-wetgeving. Bedrijven dienen daadwerkelijke en potentiele negatieve effecten van hun handelen te identificeren, alsook te stoppen, voorkomen of te beperken. Daarnaast dienen bedrijven in dit verband verantwoording af te leggen.
In de Initiatiefnota is onderbouwd aangegeven dat het IMVO-convenantenbeleid (vooralsnog) niet volstaat om brede naleving van de OESO-normen te realiseren.
Reikwijdte: alle ondernemingen
De wet geldt voor alle in Nederland gevestigde ondernemingen, van klein tot groot, actief in alle sectoren, inclusief staatsbedrijven, brievenbusfirma’s alsook ondernemingen die op de Nederlandse markt commercieel actief zijn.
Kleine bedrijven die slechts op de Nederlandse markt actief zijn en geen producten van buiten de EU importeren zullen echter in beginsel niet voldoen aan de vereisten van een dergelijke brede wet.
Proportionaliteit – omvang, marktpositie en negatieve effecten
De wijze waarop een bedrijf invulling geeft aan de wettelijke verplichtingen dient in evenredige verhouding te staan tot o.a. de omvang en marktpositie van de onderneming alsook de (potentiële) negatieve effecten van het eigen handelen.
Toezicht en handhaving
In de Initiatiefnota wordt een toezichthouder voorgesteld (Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen), die ook sanctionerend kan optreden. De toezichthouder controleert op naleving van de wet, kan ondersteunend optreden, het lerend vermogen van de onderneming bevorderen en als volgende stap sancties/boetes opleggen. Herhaaldelijke overtredingen kunnen als economisch delict worden aangemerkt.
Negatieve en positieve prikkels
Daarnaast maakt de nota melding van negatieve prikkels als uitsluiting van publieke aanbestedingen. Ook positieve prikkels zijn denkbaar, zoals meer punten bij aanbestedingen of deelname aan handelsmissies.
Iedere al dan niet in Nederland woonachtige of gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon kan een klacht indienen bij de toezichthouder over niet-naleving van de wet door een onderneming, mits de belangen van die persoon daardoor zijn geraakt.
Transparantie
De Initiatiefnota stelt voor dat bedrijven jaarlijks op toegankelijke en gepaste wijze verantwoording afleggen over hun due diligence-proces. De informtie moet toegankelijk zijn voor de beoogde doelgroepen. Dat zijn belanghebbenden, investeerders en consumenten.
Informatie van ondernemingen over hun due diligence-proces moet toegankelijk zijn voor de beoogde doelgroepen
De informatie moet aantonen of adequaat is gehandeld ten aanzien van negatieve gevolgen waaraan de onderneming heeft bijgedragen of heeft veroorzaakt. Bij de communicatie mag evenwel rekening worden gehouden met vertrouwelijkheid van commerciële en andere concurrentie- en veiligheidsoverwegingen.
EU
Idealiter zou Europese regelgeving in dit verband bestaan. Daarmee zou het ‘speelveld’ voor ondernemingen binnen de hele EU gelijk zijn en het internationale effect vanzelfsprekend veel groter.
Nationale bottom up aanpak de beste manier om uiteindelijk tot Europese regelgeving te komen
De indieners van de nota geven evenwel aan ervan overtuigd te zijn dat een bottom up aanpak de beste manier is om uiteindelijk tot Europese regelgeving te komen. Totstandkoming van Europese regelging duurt lang en de kans is groot dat er een teleurstellend compromis uitrolt. Beter is, aldus de initiatiefnemers, de best practices van diverse gelijkgestemde lidstaten, die op een bepaald moment eigen wetgeving zullen hebben, de Europese norm te doen maken.
De Europese Commissie zit overigens niet stil. Zo zal Brussel nieuwe beleggingsregels invoeren, op basis waarvan beleggingsinstellingen vanaf maart 2021 meer informatie moeten geven over het duurzame gehalte en klimaatrisico’s van hun investeringen. Beoogd wordt daarmee greenwashing tegen te gaan. Er wordt evenwel alweer druk gelobbyd de implementatie uit te stellen.
Conclusie
De Initiatiefnota benadrukt het belang van IMVO door middel van een brede due diligence-wet. De risico’s op betrokkenheid bij misstanden kunnen en dienen te worden beperkt, of zelfs te worden voorkomen, door naleving van gepaste zorgvuldigheid (due diligence).Vanzelfsprekend is profit belangrijk voor de continuïteit van een onderneming, maar in mijn optiek zijn people en planet minstens zo belangrijke waarden. Overheidsbeleid ter ondersteuning van (I)MVO is welkom, maar ook ik meen dat het inmiddels de hoogste tijd is voor minder vrijblijvendheid en meer verplichting.
Het zijn in elk geval interessante ontwikkelingen om te volgen!
BVDV is zelf B Corp en ondersteunt sociaal ondernemers en Social Impact Factory Utrecht, de fysieke hotspot voor sociaal ondernemerschap.